Foto: Ronald Hissink – De Stentor
Artikel in De Stentor – 7 maart 2022
‘Batman’ Lucas Hammink (20) vliegt met behulp van een bril en zijn teamgenoten bij The Pickwick Players over het veld
Aan de speciale gitzwarte, Edgar Davids-achtige bril op zijn hoofd dankt hij bij The Pickwick Players de bijnaam Batman. Dat rugbyer Lucas Hammink (20) zich in de tweede klasse handhaaft ondanks dat hij met bril nog maximaal 30 procent zicht heeft, maakt hem binnen het team tot een soort superheld. De superkrachten ontbraken echter bij de Deventenaren om het The Dukes Espoirs echt moeilijk te maken (0-27).
De bril ‘ziet’ hij zelf als alle kleine beetjes die helpen, want zonder bril ziet Hammink nog maar 16 procent. De niet al te grote, maar fysiek sterke speler is zaterdagmiddag in de wedstrijd tegen The Dukes Espoirs in de kampioenspoule van de tweede klasse noord ook aangewezen op zijn teamgenoten. Overzicht houden op het veld is namelijk moeilijk voor hem. ,,Als de bal heel vaak naar voren wordt geschopt zoals vandaag, en je moet vaak rennen, brengt dat veel onrust in het spel. Terwijl zien wat er om mij heen gebeurt lastig is voor mij. Ik herken vooral vormen en kleuren. Dus ik let op iemands haar, lengte of stem bijvoorbeeld.”
Dus krijgt hij kleine aanwijzingen van onder meer aanvoerder Mike Klunder. Ze spelen al sinds de jeugd samen. ,,Als we bijvoorbeeld roepen ‘los’ weet Lucas dat hij niks moet doen, anders maakt hij een overtreding. Zo loodsen we hem met tal van kleine aanwijzingen eigenlijk door de wedstrijd.” Hammink is zijn ploeggenoten er dankbaar voor. ,,Als een soort geleidehond hè, haha. Vervelend? Nee hoor, helemaal niet”, antwoordt Hammink humorvol. Volgens Klunder roepen de spelers ook weleens massaal ‘Batman’ op de training. ,,Dan gaat hij als een speer, dat vindt hij zelf ook leuk.”
Zonder te kijken
Iets wat je niet direct zou verwachten, is dat Hammink goed is in passen en vangen. Dat doet hij dus letterlijk bijna zonder te kijken. Klunder herinnert zich een training van een paar jaar geleden. ,,Daarin hadden we allemaal een bril op zoals Lucas, zodat we zagen als hem, en zag je dus iedereen stuntelen. Ik denk dat twee man een bal vingen. Dat doet hij dus iedere wedstrijd, en eigenlijk puur op gevoel. Dat is echt waanzinnig knap.”
Angst voor een botsing kent Hammink niet, ook al staan er in de zogeheten ‘eerste rij’, zoals bij de scrum kerels van honderd kilo of meer tegenover hem. ,,Ik heb weleens noppen tegen mijn bril aan gehad. Dan dacht ik: als ik dit ding niet op had was het wel klaar geweest.” Dat er weleens een glas moet worden vervangen, of er eens een barst komt in het montuur, het zei zo. ,,Eigenlijk moet ik elk seizoen wel wat vervangen ja.”
Het rugby helpt hem in zijn jonge jaren open te zijn over het probleem met zijn zicht. Naast slechte ogen heeft hij ook een deels afgestorven oogzenuw. ,,De cultuur waarin iedereen welkom is heeft daarin erg geholpen.” Vraagt hij zich weleens af wat hij gekund als als hij wel honderd procent kon zien? ,,Dan speelde ik voor Nederland denk ik!”, zei hij gekscherend. ,,Hoe zou het zijn vraag ik me weleens af. Ik ben er echter ook mijzelf door geworden, want ik kan er makkelijk grappen over maken. Het is ook een ijsbreker.”